Wat is jouw natuur?
Het NatuurCollege daagt je uit.
MAART 2024
Was natuur vroeger anders? Kan natuur veranderen?
Foto _ Florine van Rees
Bij deze vragen komt het woord pantarei op: alles is in beweging. Er is geen weg terug. De rivier stroomt samen met de tijd de toekomst in…. onverbiddelijk. Natuur was “vroeger” anders. Als mensheid hebben we een onuitwisbare stempel gedrukt op de aarde. Maar ook wij ZIJN natuur. Door met meer respect voor andere levende wezens om ons heen een NIEUW pad lopen, dat is denk ik de kern. Met dat als uitgangspunt kan natuur zeker veranderen. De richting? Dat is aan ons!
_ Godert Verbiest
Ik denk het wel, alleen al gezien het feit dat we als mens zoveel manipuleren: waren worteltjes altijd al oranje? Ik dacht van niet. Was witlof vroeger niet heel veel bitterder? En rucola niet heel veel pittiger?
_ Annabelle de Beer
Het karakter van de natuur verandert niet en heeft een millennium oude wijsheid om alles op te lossen. Dat de mens het uiterlijk van de natuur naar zijn hand probeert te zetten, geeft de indruk dat de natuur verandert. Het kan zijn dat de mens de natuur onvoldoende begrijpt en uiteindelijk zichzelf vernietigt, waarna de natuur weer zijn eeuwenoude gang gaat en de wereld weer mooi maakt.
_ Herre Rost van Tonningen
42 jaar geleden kwamen wij in Spaarnwoude te wonen. Vanuit de stad naar de weilanden. Wat een abundance in vogels en planten die nu allemaal verdwenen of nog slechts hier en daar aanwezig zijn…..wat heb ik in die tijd genoten!
Velduil, patrijzen, grote groepen kieviten gemengd met goudplevieren, wulpen, veel grutto’s, watersnip, tureluurs, zelfs een keer een bokje, leeuweriken, kemphaantjes, tapuiten, sijsjes, wintergast kneutjes, tjiftjaf, fitis, spotvogel, ze waren er allemaal. En nu verdwenen of minimaal aanwezig. Zwanenbloemen zien we ook nergens meer. Hermelijn, wezeltjes, en ga zo maar door.
Gelukkig hebben we inmiddels weer een grote groep mussen rond het huis, met hulp van voercontainers en een grote struik en heg om in te vluchten. Die waren ook een paar jaar plotseling allemaal verdwenen….
Natuur kan (in dit geval helaas) veranderen ja. Ik blijf hopen dat het ooit weer zal herstellen, maar de lijst is angstwekkend lang. Sommige soorten nooit meer gezien, sommigen alleen nog in kleine aantallen….
_ Joyce van Dobben
Vroeger was de natuur, denk ik, niet anders.
De verschijningsvorm op een bepaalde plek,
die kan veranderen.
Daar de omstandigheden op aarde veranderen,
verandert de verschijningsvorm hier en daar.
De natuur past zich aan.
Dat is heel mooi te zien in Afrika, op die plekken,
waar het verschil tussen het natte en droge seizoen
heel groot is.
En daarmee ook het verschijnen en verdwijnen van flora en fauna.
Bovendien…wat bedoelen jullie met vroeger?
prehistorie? 19de eeuw?…
_Katja
Als ik wandel droom ik soms met hoe de bossen waren toen we nog jagers en verzamelaars waren. Ik denk aan enorm grote bomen, eikenbossen waarin je op verschillende lagen je kon bewegen omdat de takken een nieuw netwerk vormden op andere hoogtes. Dat we één waren met het bos, ons verhielden als onderdeel van alles om ons heen. Landschappen veranderen echter constant over de millennia. Die behoefte om iets te herscheppen verandert bij mij dan in accepteren van hoe de natuur nu is. Met nieuw bewustzijn en de kennis van nu, denk ik dat we nu kunnen gaan putten uit hoe onze voorouders in ons eigen land, Nederland, zich tot het landschap verhielden. Omdat we in Nederland de verbinding met het landschap en dus de natuur compleet verloren zijn. Sleutels daarvoor zijn te vinden door de lagen in volksverhalen af te pellen. Dit brengt hopelijk ons respect en liefde voor onder andere de boom weer terug.
_ Jan Wouter Vorderman
Was natuur vroeger anders?
Kan de natuur veranderen?
In essentie niet want het leven, de scheppende kracht van haar gaat overal doorheen. Hoe groots is dat! De verschijningsvorm verandert en ja dat betekent vandaag de dag groot verlies. Hoe genoot ik vroeger niet van de weg naar het bos in het oude Putten. Door het korenveld waarin klaproos en korenbloem bloeiden. En hoe ik op mijn rug in het weiland lag, luisterend naar gezoem, naar kievit en grutto tussen zuring, pinkster- boterbloem. Ach weemoed want jee wat is dat weiland vandaag de dag toch schraal, kaal en arm geworden. Verandering ja, verbetering nee. Ik kan er soms om huilen. Het uitsterven van zoveel maar ja, de hoop is op natuurlijke krachten. Zij -niet wij- zijn eeuwig. Dat besef, dat helpt een handje mee en ja daar ga en bid ik voor.
_ Maryan Bosman
DECEMBER 2023
Kun je jezelf opofferen om iets anders te laten groeien?
Foto _ Florine van Rees
Ik moet gelijk denken aan mijn zwangerschap, bevalling en het voeden van mijn zoontje. En daarmee aan alle vrouwen die ooit een kind gebaard en gevoed hebben. Met veel liefde vraag je enorm veel van jezelf voor een ander. Ik denk dus, als je maar genoeg houdt van hetgeen waar je je voor opoffert, dan doe je dat met liefde en mag het misschien geen opofferen meer heten.
_ Reineke van Tol, MSc
Opofferen impliceert dat je jezelf weggeeft…te niet doet… dat kan je doen maar dat lijkt me geen goed plan. Wel kun je je bestaan anders vormgeven, je levensstijl veranderen, consuminderen… om andere levensvormen meer ruimte en bestaansrecht te geven. Dat is voor mezelf en veel andere mensen een goed voornemen om ook uit te voeren.
Met groet,
_ Toos Bedaux-Nooren
Mijn antwoord is ‘Nee.’ Alles is onderdeel is van een en hetzelfde groeiproces. Bovendien kan ik niet iets laten groeien. Groei is een autonoom proces. Het enige wat ik kan doen is: ‘Verblijven waar het stil is en dat is in de holte van mijn eigen hart.
_ Joyce Bos
Jezelf opofferen klinkt nogal dramatisch, het lijkt alles of niets. Zo’n
situatie kan natuurlijk weleens optreden, bijvoorbeeld bij het redden van
mensen of dieren bij rampen, om maar wat te noemen. Of denk aan de
vergelijking met het zaadje dat zich opoffert voor de nieuwe plant, of het
liedje over John Barleycorne, die zich geeft aan de mens voor het brouwen van
bier. Maar meestal gaat het om minder drastische zaken en is er sprake van
afweging: wat heb je ervoor over om iets te laten groeien? Dat hangt van
veel dingen af: hoe dichtbij dat ‘iets’ staat en hoe verantwoordelijk je je
daarvoor voelt, bijvoorbeeld. Het hangt ook af wat dat ‘iets’ nodig heeft:
een plantje wil bijvoorbeeld water, een kind vergt wel wat meer. Zolang het
’eigen’ is, ben je meer bereid om jezelf daarvoor op te offeren, in termen
van tijd, aandacht, en geld. Naarmate de sociale cirkel wijder wordt,
verdunt de inzet, maar men blijft bijvoorbeeld doneren aan goede doelen. De
opoffering hangt ook af van iemands mogelijkheden: wie rijk is, kan donaties
overmaken, maar riskeert daarmee niets en eet er geen boterham minder om.
Dat is dus niet echt een offer. Een bijstandsontvanger die iemand helpt en
daardoor zelf een maaltijd moet overslaan, brengt wel een offer. Maar is de
opofferingsgezindheid nu groter bij acute nood dan bij de behoefte aan
groei? Misschien hangt dat ook samen in de afweging: je kan niet alle nood
oplossen, maar als je toch moet kiezen, dan voor jonge mensen of dieren die
nog kunnen doorgroeien in het leven. Het schijnt dat dit criterium soms
gehanteerd werd in de Tweede Wereldoorlog bij de selectie van joodse mensen
voor onderduikadressen, al weet ik dat niet zeker. Wel zeker is dat de
gastgezinnen daarvoor hun leven riskeerden. Maar er is ook een ander soort
opoffering, die meer met natuur te maken heeft. Geen spectaculaire acties,
maar gewoon zorg geven aan de natuur om je heen. Regelmatig de plantjes
water geven, je tuin bijhouden, de vogels en andere dieren voeden, het bos
in en kijken hoe alles erbij staat. Als veel andere dingen je tijd vragen,
is die onopvallende, regelmatige zorg best een opoffering. Maar dan een die
we allemaal kunnen opbrengen.
_ Cathrien de Pater
Ik denk gelijk aan het mijzelf en het samenzijn met mijn tweeling. “Opofferen is dan een woord wat niet ‘hoort’, want kinderen daar kies je toch voor”, hoor ik een stemmetje zeggen. Kan en mag ik ook accepteren dat ik bij deze zin wél aan de relatie tussen mij en mijn kinderen denk?
‘Kun je jezelf opofferen’ begint dus al voor mij bij het accepteren dat ik deze weerstand voel.
Dan komt de echte trade-off: stuur ik de tweeling nog een halve dag extra naar de opvang om aan mezelf te werken en aan mijn eigen projecten? Deze week koos ik bewust voor samenzijn met de tweeling nu ze nog 2,5 zijn en ik ze zelf mee kan nemen naar het bos. En ze kennis kan laten maken met de natuur. Dát was de enige echte reden dat ik elke vrijdag met hen samen wil zijn. En mezelf ‘opoffer’.
_ Jan Wouter Vorderman
OKTOBER 2023
Had je vroeger een heilige plek in de natuur, bestaat die plek nog steeds? Heb je ondertussen ook nieuwe plekken ontdekt?
Foto _ Florine van Rees
Mijn heilige plek in de natuur was het bos in onze achtertuin.
De grote bomen die dromend boven mij uittorenden, de bladeren en vooral de geur van het bos. De geur vertelde of het herfst werd of lente. Het bos gaf rust en maakte mij blij. En dat is nooit veranderd.
_ Saskia van Hoore
Het meeste was vroeger in de natuur heilig
Toen wij het nog met respect behandelden
Maar ja , dat doen we meestal niet meer
Nu nog minder dan vroeger
_ Elles Nap
Achter ons huis liep een oud kerkpad; onverhard, zachte bosgrond, water aan weerszijden. De oude bomen die het pad begeleidden zorgden voor een prettige beschutting. Een soort omarming van takken en gebladerte. Ik hield veel van dit pad. Vanuit de bomen hoorde ik het gefluit van vogels, kikkers sprongen voor m’n voeten op en libellen vlogen voorbij. Tijdens de schemering hoorde je er de mysterieuze geluiden van een uil.
Ik vermoed dat het pad ooit naar Schipluiden liep, maar toen ik hier opgroeide bracht het me naar die enorme heuvels van zand. Fantastisch! Daar, waar nooit iemand kwam en waar ik alleen was met de elementen. En hoog dat die heuvels waren! Helemaal te gek als je je als kind wilt uitleven. Ik klom naar boven, pakte de zon en de wind en gleed – hup – weer naar beneden.
Whoooeeeiii…. Boem! “Oh nee, m’n knieën kapot.” Die gedachte is er niet omdat het pijn doet. Maar als ik straks met deze knieën thuiskom, weet m’n moeder direct dat ik weer te ver van huis was. Ze kent deze knieën.
Nu ik dit opschrijf, vraag ik me af: “Was deze plek heilig en ervoeren anderen dat ook zo? Of was het het onbevangen kind dat de kracht van de natuur hier zo diep ervaarde (destijds, uiteraard zonder het te kunnen duiden)?” Nu ik dit opschrijf, herken ik contrasten, die mijn beleving van deze plek als kind waarschijnlijk hebben versterkt. Het veilige ‘thuis zijn’ versus het avontuur van ‘te ver van huis gaan’. De beschutting van het kerkpad, tegenover het blootstaan aan de elementen op de zandheuvels. De geschiedenis van oude routes en de toekomst van nieuwe wegen. De maakbaarheid door de mens versus de kracht van de natuur, die de kale heuvels zand binnen korte tijd gewoon weer terug pakt met haar pionier soorten.
Of deze plek nog bestaat? Anders. Uiteindelijk heeft ‘de maakbaarheid door de mens’ hier toch gewonnen. Je zoeft er nu met 100km per uur doorheen als je met de auto van Delft naar Schiedam rijdt.
_ Marieke de Keijzer
Ik heb het geluk om een paar honderd meter van de Veluwse bossen te wonen. Het bos achter ons dorp behoorde eertijds tot een heilig woud, gewijd aan drie godinnen. Er liepen destijds nauwelijks paden door het bos en er stonden nog geen villa’s en er reden nog zeker geen mountainbikers. Het werd een woest en bijster land genoemd, waar je kon verdwalen en dolen.
In een boekwerkje van begin 19e eeuw kwam ik een schrijven tegen, over een heuvel in dit bos. Het was een heuvel van Trouw. Wanneer een jong stel voor de schout of het gerecht ging trouwen en daarna de zegen over het huwelijk kreeg in de kerk, was het in ons dorp nog niet voorbij. Het jonge stel ging naar die heuvel in het bos en zwoeren daar eeuwige trouw . Waarschijnlijk had de plek nog te maken met die voorchristelijke tijd, toen het woud nog aan de godinnen toebehoorde. Het gebruik is er in onze tijd niet meer. Het is in vergetelheid geraakt en niemand weet nog iets van het gebruik en waar de heuvel is.
Ik vermoed deze heuvel teruggevonden te hebben. Het is een fijne plek midden in het bos en een smal paadje leidt me er naar toe. Af en toe zit ik er te mijmeren, plannen te maken en te mediteren.
Eenmaal na de zoveelste reorganisatie op het werk had ik het lastig om nog bij de organisatie te blijven en zat te piekeren en te overwegen om weg te gaan. Toch maar eens naar de heuvel van Trouw gaan. Daar de vraag in mijn meditatie voorgelegd. Ik schrok ervan dat ik direct en er onmiddellijk een antwoord kwam en dat ik vooral trouw aan mezelf moest blijven.
Vanaf die tijd is de heuvel en de plek veranderd. Het is voor mij een zeer bijzondere plaats geworden. Ik durf te zeggen dat het voor mij een heilige plek is.
_ Gert Hemstede
Toen ik 10 jaar was liep ik vaak met mijn spijkerbroek en mijn gympen tussen de rozenbottelstruiken in het park door. Ik deed dit als ik uit school kwam. Dat was de enige natuur vlak bij mijn huis. Ik woonde in de grote stad Den Haag.
_ Anita Reenalda
Mijn heilige plek was vroeger een boom in het bos voor onze deur. Het was mijn plek om te spelen, te zijn, eigenlijk bijna te wonen.
Ik ga nog vaak in gedachten terug naar die boom.
Nu heb ik verschillende heilige plekken, zowel in de tuin, als in het natuurgebied dichtbij waar ik woon. Ook op een plek iets verder waar grafheuvels zijn, kom ik graag thuis.
En wat ik steeds meer ervaar is dat plekken heilig worden, als je ze oprechte aandacht geeft, dat het dan niet zoveel uitmaakt waar je bent.
_ Karen Segers
Ja, nog steeds, het is de geur van die plek, die ik in de omgeving waar ik nu woon, ook kan ervaren, ik fiets daar soms naar toe, en sta stil.
_ Greet Boelhouwer
MEI 2023
Wat kan natuur dat jij niet kunt?
Foto _ Florine van Rees
De natuur kan miljoenen jaren oud worden, dat kan de mens niet.
Dit was de eerste reactie van de kinderen in mijn verrijkingsklas DWS Amsterdam.
_ Katja van Dalen
De natuur kan onvoorwaardelijk liefhebben, dat voel ik telkens weer als ik door een bos loop en zonder moeite er weer helemaal mag zijn!
_ Eva Maria Wouters
Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar ik denk dat alle natuur ook een soort van bewustzijn heeft. Maar ik heb sterk de indruk dat geen enkele boom of plant zich erg druk maakt over hoe hij over komt, zich druk maakt of hij wel goed genoeg is of dat alles wel op tijd af is. Uit iedere eikel groeit weer een eikeboom – en zo is het goed. Bij dieren is het geloof ik wel weer anders, die kunnen zich bv in de paartijd wel erg druk maken.
_ Jeanet Landman
Wij zijn natuur, als wij uit ons hoofd blijven kunnen wij ook wat de natuur kan.
_ Millanie Jansen
Op de eerste vraag ‘wat is mijn natuur?’ heb ik de neiging om te antwoorden ‘de natuur is niet mijn bezit’, maar je kunt de vraag natuurlijk ook opvatten als een vraag naar mijn ‘aard’. Dat lijkt me voor een mailtje echter een te persoonlijke vraag. Grappig die combinatie trouwens: natuur/aard
Er staat nog een tweede vraag: wat kan de natuur en ik niet? Dat is m.i: gewoon voluit blijven groeien en bloeien – door alle verdrukking heen.
_ Nelleke Metselaar
Er gewoon zijn
_ Elles Nap
Wat een rare vraag! Alsof wij mensen los staan van de natuur, terwijl we er een onderdeel van zijn. De natuur, dat zijn wij!
_ Jakoline Hovinga
Mooie vraag! “Wat kan de natuur wat jij niet kan?”
Mijn antwoord zou zijn:
“Alles en niets. We zijn de natuur. De natuur reikt verder dan het ecologische daar de natuur allesomvattend is!”
_ Janine Schimmelpenninck
De natuur is in staat zichzelf te herstellen, steeds weer, mits de mens het niet te bont maakt met de natuur aan te vallen. De mens heeft veel meer hulp nodig om zelf te herstellen.
_ Olav Loeber
In antwoord op jullie vraag: mij kalmeren spiegelen en serotonine aanmaken. In contact met de natuur maakt mijn lichaam het ‘geluks’hormoon serotoninen aan, dat zich vooral in mijn darmen bevindt. Het is helend, pijnstillend en ergo: gelukkig en gezondmakend.
Bovendien zet de natuur mij stil: door de altijd in bewegingzijnde natuur die altijd anders is, beland ik automatisch in het NU. Pauze van de drukte om mij heen.
_ Anita Sanders
MEI 2023
Is natuur een mooi woord?
Foto _ Florine van Rees