Skip to main content
Odijk volgde zijn opleiding aan Tehatex in Nijmegen (1977-1983) en de kunstacademie in Arnhem (1983-1986). _ Hollandse Meesters in de 21e eeuw.
Interview
_ Paul Roncken

Beeldend kunstenaar Erik Odijk (Deventer, 1959) struint graag door de natuur, van het pad af met camera inzoomen op bomen, planten, mossen en stenen, op verval en verleden, op zoek naar het sublieme. Hij is bekend om zijn tekeningen van details uit de natuur, vaak meer dan manshoog uitgewerkt in houtskool en pastel. Hij kijkt, filmt en fotografeert intens en onderzoekend, en is bereid om dat wat hij heeft ervaren in de natuur, millimeter voor millimeter, in zijn atelier, op papier vast te leggen.

_ website Rijnstate kunstcollectie

Je werkt aan een nieuwe tekening. Kun je er iets over vertellen?

Het onderwerp is hoe onze kosmos is ontstaan. Het is een eigen interpretatie van één van de visioenen van de mystica Hildegard von Bingen uit de vroege middeleeuwen. Een tekening kan een ‘Disigno” zijn en dit werk heet Ridisegno, ‘hertekening’ dus. In haar boek Scivias beschrijft ze 26 religieuze visioenen die profetisch en apocalyptisch zijn. Het zijn beelden die gaan over de relatie met iets dat groter en ouder is dan de mens. Voor haar ging dat over de rol van de kerk en de relatie tussen God en de mensheid. Ik wil onderzoeken welke inzichten en elementen nog steeds relevant zijn, hoewel we veel meer een wetenschappelijk bewustzijn hebben gekregen over de opbouw van ons heelal en de plaats van de aarde daarin.
Afb.1 Ridisegno 2022 mixed media on paper 240 x 366 cm. [Ridisegno – Scivias 1. 3 Kosmischer Hildegarten. 1 : ≥ 12.5

Hildegard had een beeldend visioen en jij tekent nu voor haar een tuin? Past dat beter bij onze huidige ecologische tijd?

Ze was een christelijke vrouw, en haar symboliek zet de aarde en de elementenleer van vuur, water, aarde en wind, centraal. Dat maakt het juist zo relevant voor onze tijd. Sinds er een echte foto van de aarde is gepubliceerd – de blue marble – bestaat er een keerpunt in hoe we onszelf als mensheid zien. Voordat we naar deze foto konden kijken, bestond de aarde zoals we haar voelden, en simuleerden in modellen, maar we hadden haar nog nooit als planeet in de ruimte gezien. Nu kon de aarde ook zichzelf zien, want als je ervan uitgaat dat ‘zien’ onderdeel is van natuurlijke processen en wij onderdeel zijn van die aarde, dan heeft de aarde zichzelf gezien met onze ogen.
Ook heb ik in mijn tekening het zwarte gat toegevoegd, omdat daar nu ook een foto van is genomen. Het zwarte gat roept nieuwe vragen op. In het centrum van een zwart gat is de zwaartekracht onvoorstelbaar groot, dus daar wordt alles omgezet in niets. ‘Niets’ is filosofisch gezien ook onderdeel van natuur, of is het een illusie en een product van hoe wij denken en zien? Zelfs bij dat wat wij zien, kun je je vraagtekens zetten. Een insect ziet het anders, in andere kleuren, en katten zien alles in zwart-wit. En dan is zicht nog maar een van de zintuigen om de wereld waar te nemen.
Afb.2 Black Hole detail as a sculpture /collegeforum 1:40. 2021 Mixed media on paper.
In Ridisegno plaats ik de andere planeten om de zon heen, uitgaande van de wetenschap nu. De grootste planeet die ik zichtbaar heb gemaakt is Mars, want daar willen we naartoe. In het beeld van de Scivias zijn sterren boven in het beeld belangrijk. Dat zijn sterren die voor de apostelen staan met een ster voor Jezus Christus en de Godsster. Maar zelf heb ik het geloof van me afgegooid toen ik de belangrijkste keuze van mijn leven heb gemaakt. Daar is een nieuw fenomeen voor in de plaats gekomen, dat net zo’n mysterieuze betekenis heeft als een god zou kunnen hebben: onze relatie met de natuur.
afb.3 1e hertekening 2020 gestileerd 36 x 37 cm. 1:100 mixed media on paper.

De eerste vraag die je hebt geselecteerd uit de vragenlijst ‘wat is jouw natuur’ van NatuurCollege is: ‘Wat zijn beelden uit de natuur waarmee je je identificeert?’

Ik heb daar lang over moeten nadenken, maar ik heb een antwoord gevonden. Ik ben nogal melancholisch, dus ik identificeer me bijvoorbeeld vaak met moeizame bloeiers. Of met een boom die door de bliksem is getroffen. Mijn Duitse baard-irissen, de wit-geelgroene pioenroos, die zijn karig met hun bloeiperiodes, alsof ze ergens op wachten, alsof ze iets nodig hebben. Dat ben ik gewoon! Ik zit ook maar te wachten, ik heb ook iets nodig. Maar wachten blijft een werkwoord, ik speur net als die karige groeiers steeds mijn omgeving af op de juiste omstandigheden om tot bloei te komen. En dat doe ik net als die karige groeiers letterlijk in de natuur. Daar veer ik op.
Als kind was de natuur het ‘natuurlijk huis’, en daar verhoud je je vanuit een wat kleiner formaat toe. Een bosschage bij de vijver is al heel snel een woest bos waar je doorheen kruipt en heel privé allerlei dingen doet, zoals je verstoppen en fantaseren. Of als je een dode vogel vindt en die met een bot zakmes uit elkaar snijden om te kijken: hoe zit dat nou in elkaar? Je gaf je er gewoon aan over, dus het was een natuurlijk huis. Het voelde gewoon fijn om naast het leven binnenshuis, het spelen, ook gewoon in de natuur te zijn. Dat voelde eigenlijk altijd heel vanzelfsprekend.
Als kunstenaar ervaar ik een wens om dat wat ik meemaak, ook te laten zien. Ik heb een taak om te communiceren over mijn ervaringen. En als je communiceert vanuit een conceptueel werk zoals Ridisegno, dan kun je niet volstaan met de ambachtelijke handeling van het tekenen. De drukt zeker passie uit, maar er moet hoe dan ook alleen een afbeelding worden gepresenteerd. Maar ik wil niet dat de kijker voor dat ‘meer’ een uitlegtekstje moeten lezen. De kijker moet ook zelf interpreteren. Zien! Ontvangen! Vinden!

En het doel is om je publiek te helpen zich te identificeren met natuur?

Ik ga meer uit van relativeren. Zodra je je identificeert met iets, zet je het ego vast en ik wil het ego niet vastzetten. Bij mijzelf vindt er heel duidelijk relativering plaats. Ik plaats mezelf in het domein van het sublieme. Ik ervaar het sublieme als je breekt ten overstaan van een natuurlijk fenomeen. Bijna als een elementaire kracht, een ‘goed getimede flits van sublimiteit’ die in één klap de volle kracht van de natuur onthult. Je kunt daarna alleen maar in relatie staan tot die kracht. Je ermee identificeren is aanmatigend.

Tweede vraag uit de lijst:
Hoe beïnvloedt de dreigende ervaring van oorlog je gedachten over natuur?

Ik zie dat oorlog de natuur vernielt, maar ik zie het ook als specifiek type proces op aarde. Ik zei al dat de aarde na die ruimtefoto via onze ogen zichzelf kan zien. Misschien zijn onze oorlogen ook een soort experimentele manier van de aarde om naar zichzelf te kijken, zichzelf te leren begrijpen.
Vóór de oorlog in de Oekraïne schreef ik gedachten uit over de afstandelijke liefdeloze, humeurige en harteloze houding in andere, historische oorlogen. Ik ervaar dat eigenlijk als een vorm van liefdesverdriet. Er ligt een trauma aan ten grondslag. Een lange voorbereiding om met iets te willen breken. Er worden verhalen verzonnen over niet vertelde grieven, opgespaard om te gebruiken als breekijzer en argumentatie om te kleineren.
We zijn als soort niet als enige hier bezig met dit soort processen. Er wordt veel verslonden en er gaat veel dood, maar in de natuur noemen we dat geen oorlog, dat is gewoon het systeem. Als je een enorme zwerm sprinkhanen ziet als een organisme dat een groot maïsveld opvreet is dat dan een aanval? Voeren de sprinkhanen oorlog met de maïs? Dat woord is niet van toepassing. De transformatie van relatieve rust naar een wezen dat wil doden, is voor mij wel mysterieus. Bijvoorbeeld, in het moment van aanval krijgt een leeuw, of een katachtig huisdier een soort floers voor de ogen en wordt het een wezen dat alleen maar in dienst staat om zelf in leven te blijven. Het wezen van het dier is veranderd. Als het dier weer tot rust is gekomen, komt het terug bij lief zijn voor de eigen welpjes en een beetje spelen. Bij het mens-dier is dat niet anders. Oorlog roept deze mystiek op, met zoveel onbegrijpelijke dingen, zoals totale wreedheid, de onnavolgbaarheid van soldaten in volslagen gekte. Het gaat over grenzen die worden overschreden. Die grens zelf is het mysterie.

De derde vraag uit de lijst:
Wat is mystiek?

Alles kan mystiek zijn, afhankelijk van of de ziel kijkt of het oog; in welke mate de neus ruikt en in welke mate het oor zich spitst. Hoewel we veel kunnen verklaren in de natuur, blijft de mystiek omdat het genoeg heeft waar je je over kunt verbazen. Hoe iets wordt ervaren, is afhankelijk van het vermogen van het individu en in hoeverre je ermee kunt versmelten en er een waarde aan toe te kennen. Als dat niet gebeurt, dan is er volgens mij helemaal geen sprake van mystiek.
Ik houd een natuurdagboek bij. Dit schreef ik in de zomer van 2020:
Witte vlinder fladdert een rode boom in
Het is een mus met witte vleugels, vliegt lichter…
Puntvleugels even later,
Pijlstaartvlindervleugels wit.
Ik hoop dat ie hier blijft wonen en kennismaakt met de kauw met de witte vleugelpen, die vogel is al drie a vier jaar oud, ik zag ‘m nog als jong met z’n ouders in mijn buurtpark.
Een roodborst in de rui, staartloos vrijwel kan nog fier rechtopstaan, we fluiten wat over en weer maar op de foto wil ze niet.
En de komeet is een wonder evenals jupiter en saturnus op een lijn oogverblindend groot met de manen eromheen met de juiste bino.
 
…en nu ook egel ontmoet, daarna overdacht ik de gehele week.
_
11 Augustus 2020: Polarisatie: jeugd vs. ouderen, gezond vs. obesitas, arm en rijk, Nederland vs. Duitsland, België vs. Nederland. vakantiegangers vs. thuisblijvers, naïeve strandgasten vs. de ervaren strandliefhebbers.
En tussen 23.00 uur en 24.00 uur, Weerlichten laten egel zien, routinedier, routedier, wandelaar.
Ik beeld me een plensbui in en nieuwe gedachten vullen mijn hoofd.
 
26 Augustus laat de herfst zich zien.
Elkaar opjagende spitsmuizen in de stormjacht, een uiltje gevangen voor vandaag, tegen middernacht gisteren, onder de heldere sterren- laag overscherende wittewolkenwatten hemel.
Rancunestormen (heel regionaal verdeelt in de sociale media), wat te doen als je daar in verzeilt geraakt.
De mensen gaan weer klitten in de vertrouwde schijnveiligheid. Ik voel weer de intolerantie en uitsluiting, voel ik dat weer, ik wil d’r vanaf…
Natuur doet iets met mij. Het heeft te maken met de totale vormenrijkdom. Het houdt bijna nooit op. Ik kan mijn hele leven verrast worden, zelfs in mijn eigen achtertuin. Het hangt er maar net vanaf hoe ik ze op dat moment opeens zie, wat ik dan voel en wat voor inzicht het mij geeft.

De vierde vraag uit de lijst:
Waarom wordt kunst zo vaak verbonden aan natuur?

Omdat natuur voor kunst het meest eenvoudig is om na te bootsen. Het heeft een vormenrijkdom en is wat het is. Dus kun je eenvoudig een onderwerp kiezen en een ambacht ontwikkelen om het na te bootsen. Maar daarna houdt het creatieve proces ook meteen op. Het ambacht alleen voldoet niet en alleen een mooi plaatje is ook te beperkt.
Ik las recent een artikel van Jos de Mul en Julien Kloeg. Zij schreven over een thuisgevoel en een innerlijke immigratie. Innerlijke immigratie is een term voor Duitsers die in hun eigen land tegen de fascisten waren en toch hun ontaarde ideeën over kunst wilden kunnen maken. Daarvoor moesten ze op een bepaalde manier, ‘innerlijk immigreren’. Er is ook een bredere betekenis, de mens is fundamenteel thuisloos. Je kunt wel een hok of een huis hebben en denken dat je je ergens thuis voelt, maar zelf kom ik altijd ‘ergens’ uit, waar ik me thuis voel. De mens is altijd op zoek naar een thuisgevoel, maar dat ligt niet per se in een huis.
Ik kan me ook wel thuis voelen in mijn eigen huis, maar ik voel me er niet altijd zo senang. In mijn hoofd voel ik me misschien helemaal niet thuis omdat er een wezenlijke betekenis ontbreekt. Maar als ik op reis ben of ik wandel door een bos en ik kom op een plek uit waar iets met mij gebeurt, dan zou ik me zomaar geheel thuis kunnen voelen.

De vijfde vraag uit de lijst:
Heb jij een natuurangst?

Ik ben er vrij recent achter gekomen, tijdens een werkproces op een landgoed in Arnhem, hoe de dynamische natuur is veranderd. Je hebt voorjaar, zomer, herfst en winter en van kinds-af-aan raak je gewend aan dat ritme. Ongeveer dat type weer en dat soort temperatuur op dat moment in het jaar. Maar in het voorjaar zijn er nu meer stormen die eigenlijk voor de herfst zijn en die stormen zijn heftig. Dan voel ik me unheimisch worden. Het ritme wordt ondermijnd door de natuur zelf. Hittegolven, stormen, overstromingen. Dingen die uit de hand lopen. Dat boezemt mij angst in.

De zesde vraag uit de lijst:
Heb je een heilige plek?

Ik heb daar een heel uitgesproken mening over. Over het heilige gedoe. Je hoort al hoe ik het zeg. Gedoe. Ik vind het nogal wat om als mens te zeggen: ‘dat is heilig’. Heilig is een woord dat is gerelateerd aan religie. Maar als je het loskoppelt van religie, zou je dan nog het woord ‘heilig’ gebruiken? Voor mij is het meer verbonden aan het woord ‘subliem’. Voor mij is het ‘op een plek uitkomen’. Een plek van betekenis. Maar om dat nu ‘heilig’ te noemen? Dan komt bij mij iets in verzet. Mijn hele leven kom ik op plekken uit waar het wezenlijk anders is dan doorsnee. Ook tijdens wandelingen. Het is het gevoel dat je een thuis vindt, in jezelf. Daar is helemaal geen denken meer nodig, je voelt het. Je wilt het liefst op de grond gaan liggen. Maar ik wil ook aan het werk want het inspireert me ook.
Ridisegno is een verzameling van allemaal sublieme momenten die ik de afgelopen jaren heb beleefd. Die bosrand daar bovenin, die bestaat uit vele bosranden die ik heb gezien.
Afb.4. Cosmic garden Ridisegno 2020 4th. layer, sizing and planting 60 x 50 cm. mixed media on transparent paper 1:100.
Op een plek vloei je uit en in mijn werk ook. Een heel mooi voorbeeld is dit: ik loop op de Pacific Rim, op Vancouver eiland. Eén groene wand van gematigde regenwouden die nog zijn bewaard want dat hele eiland wordt leeg gekapt. Die bossen zijn musea. Er zijn plankiers waar je overheen moet lopen want de grond is veel te kwetsbaar om op te lopen. En op een gegeven moment zit je erin en je denkt dat je in een fles spa loopt waarin je kunt ademen. En laat ik dat nou al mijn hele leven dromen. Ademen onder water, als een vis. Dat gevoel had ik in dat regenwoud.

De zevende vraag uit de lijst:
Heb je wel eens een grootse prestatie verricht voor de natuur?

Ja, maar wel heel relatief. Door in mijn leven, vanaf mijn kindertijd, intuïtief veel te weten te komen over de natuur en er een band mee te voelen. En in mijn leven heb ik een paar momenten gehad waar me iets overkwam waardoor ik zeker wist: hier moet het over gaan. Natuur is het mooiste dat er is, en onder invloed van het rapport van de Club van Rome heb ik toch wel gevoeld dat mijn werk daar over moest gaan. Als natuur er niet is, dan leven we niet en dan is er ook niets moois meer om te zien.
Ik heb geprobeerd om in heel grote wandtekeningen het één-op-één gevoel over te brengen. Het gevoel dat je naar een reus kijkt. In het maakproces zit een flow en een energie die passen bij wat natuur is. Iets wilds en vloeiends wat je niet onder controle hebt en wat inspireert en je meesleept. Dat ontstaat bij een grote wandtekening onder de druk van een deadline. Voor een wand van 10 bij 10 meter moet je een behoorlijk grof handschrift gebruiken en werken met dichtbij en veraf om het materiaal kwijt te kunnen binnen een beperkte tijd. Er tegelijk zelf in op te kunnen gaan en datzelfde gevoel delen met het publiek. Dat is me een paar keer gelukt, dus dat vind ik toch wel bijdragen aan de natuur. Het genot tijdens het maken en het moment dat het werk het maken overneemt. Dat je assistent bent van je eigen werk.

Vraagt het een opoffering van je?

Ja, volledige overgave.
En laat nou die Covid tijd daar een perfect moment voor zijn geweest. Er viel zoveel ruis weg. Ik zag nog meer moois dan ik al zag. Zoveel oogkleppen die wegvielen. Ik zag overal tegenstellingen en hoe mensen tegen grenzen aanlopen en radicaliseren wat uiteindelijk de boel polariseert. Binnen en buiten. Veilig en onveilig. Hoofd en lichaam. Ik zag bij een aantal tegenstellingen hoe je die overbrugt, maar bij een heleboel tegenstellingen zag ik dat het voorlopig niet te overbruggen is.
afb.5 Grensontologische reflectie 2022 mixed media 35 x 37 cm.
Al die elementen zitten verwerkt in Ridisegno, in de symboliek van het werk. Dat moet de kijker uiteindelijk zelf zien. Musea hebben tegenwoordig zaalteksten, maar die mogen maar 100 woorden zijn. Laten we het dan maar gewoon niet doen. In zo weinig woorden kan ik niet beschrijven wat ik voel, laat staan wat het betekent. Het publiek nodig ik liever uit om met dezelfde overgave mijn werk te verkennen.
LAATSTE SERIE VRAGEN, OGEN DICHT

Wat heb jij nodig van de natuur om je deel te voelen van haar?

Ik voel vooral mijn lichaam met mijn ogen dicht. Een lichaam dat zelf handelt zonder mijn brein. Alle signalen uit de natuur heb ik nodig, alle zintuigen geprikkeld. Vooral de fenomenen van de schoonheid. Die laten mij deel voelen van haar.

En wat heeft de natuur nodig om zich één te voelen met jou?

Mijn aandacht. De natuur heeft mijn aandacht nodig om zich één te voelen met mij. Het is belangrijk om dingen te kunnen onderscheiden. Zien, voelen, proeven. Niets is algemeen. Door onze zintuigen, kan de natuur zichzelf ervaren.
X