1. Wat is het eerste natuurbeeld dat in je opkomt? Kun je dat omschrijven?
Als kind woonde ik in een flatje in Utrecht aan de Kromme Rijn. Deze omgeving heeft al mijn zintuigen aangeraakt. De geur van het water op een warme zomerdag, de geur van het gras, de geur van de rozen in de perkjes. Het geluid van het water dat tegen de oever aanklotste als er een bootje langs voer, het geluid van de kwakende eenden en de schreeuwende meeuwen. De smaak van de grassprietjes en bloemblaadjes die ik stiekem at, de smaak van het water van de Kromme Rijn. De scherpe randen van het riet, de zachtheid van de paardebloem-pluizen, de stekels van de rozen. De kleuren van de bloemen, het mooie blauw van de vergeet me nietjes, het licht op het water. Ik genoot! Wonderlijk genoeg loop ik er nu vaak met mijn 2 kleine kleinzoons en ik hoop dat ze er ook de schoonheid van ervaren.
_ Erna Koole
2. Was natuur vroeger anders, dan nu? Waaraan merk je dat?
Ja het was geheimzinniger omdat je niet precies wist waar wat was, het liep meer in elkaar over, er waren overhoekjes die van niemand leken te zijn. En dus van iedereen. Nu heeft natuur veel meer een naam en een eigenaar. het lijkt alsof de natuur niet meer van zichzelf is en dus niet meer van ons allemaal is.
_ Rob
3. In de hele geschiedenis van de Aarde, welke tijdperiode is voor jou het mooist? Kan er nog iets mooiers ontstaan?
De tijd van het Paleozoïcum tot en met het Mesozoïcum tot 66 miljoen jaren geleden. Die ongerepte wildernis vol weelderig groen met geweldig mooie imposante dieren… Ik denk dat de dinosaurussen daarom misschien wel zo tot onze verbeelding spreken, de hang naar een ongerepte aarde en heimwee naar wat is verdwenen en dat wat we nooit met eigen ogen als Homo sapiens hebben gezien.
_ C. Bohmers
4. Leefden we vroeger inheems en nu niet meer? Hoe kan een inheemse toekomst er uit zien?
Jazeker. In geschiedenislessen op scholen wordt hier echter weinig tot niets over verteld – geschiedenis begint bij de komst van de Romeinen en het christendom. Als reden wordt gegeven dat er van voor die tijd geen schriftelijke bronnen te vinden zijn. Alsof dat de enige manier is om kennis over te dragen. Dat is niet zo: steeds meer mensen (ik ook) herinneren zich hoe we toen leefden. Die kennis ligt opgeslagen in ons DNA, en in het DNA van alles om ons heen. Een inheemse toekomst is zeker mogelijk. Die begint met terugkeren naar binnen, met verbinding maken met onze ziel en van daaruit met de bezieling om ons heen. Dat brengt vanzelf respect voor al het leven, veel meer dienend denken en bescheidenheid. Dat vraagt o.a. een grote omslag in onze economie.
_ J. van Bekkum